Actievoerders die protesteren in de Tweede Kamer zullen voortaan direct door de politie uit het gebouw worden verwijderd, zonder dat de burgemeester hierbij betrokken hoeft te worden. Kamervoorzitter Martin Bosma heeft aangekondigd dat er afspraken zijn gemaakt met burgemeester Jan van Zanen van Den Haag over deze nieuwe aanpak. Deze beslissing komt naar aanleiding van een recente demonstratie in de centrale ontvangsthal van het parlement tegen het Nederlandse beleid met betrekking tot de oorlog in Gaza.

Tijdens een debat in de Tweede Kamer eerder deze week werden meerdere keren onderbroken door demonstranten die Palestijnse vlaggen bij zich hadden. Er waren ook actievoerders aanwezig in de Statenpassage, omringd door politieagenten maar toch in staat om door te gaan met hun protest. Na overleg met de burgemeester werden uiteindelijk negentien personen uit het Kamergebouw verwijderd, waarna Bosma aangifte deed wegens lokaalvredebreuk.

Volgens de huisregels van de Tweede Kamer is actievoeren niet toegestaan en mogen bezoekers geen demonstratiemateriaal zoals vlaggen of spandoeken meenemen. Ondanks controles gebeurt dit echter regelmatig. Daarom wil Bosma de huisregels aanscherpen en ervoor zorgen dat bezoekers duidelijk op deze regels worden gewezen.

Actievoerders die demonstreren in de Tweede Kamer kunnen nu zonder tussenkomst van de burgemeester door de politie uit het pand worden verwijderd, nadat er afspraken zijn gemaakt met burgemeester Jan van Zanen. Dit naar aanleiding van een recente demonstratie tegen het Nederlandse beleid rond de oorlog in Gaza, waarbij Kamervoorzitter Martin Bosma aangifte deed wegens ‘lokaalvredebreuk’.